Het ene gesprek is het andere niet!
- ga naar artikel op LinkedIn -
Zelfs al gaat het over hetzelfde onderwerp? Dat zou dan best eens kunnen komen, doordat de persoon waarmee je praat dezelfde of juist een afwijkende manier van denken heeft |
In mijn vorige blog heb ik uitgelegd dat mensen vier verschillende manieren (voorkeuren) van denken hebben: visueel, auditief, kinesthetisch of digitaal. Als je deze niet gelezen hebt, dan raad ik je aan dit te doen voor je verder leest.
Personen met dezelfde manier van denken
Een gesprek waarbij je ziet dat de personen elkaar begrijpen, waar aandachtig wordt geluisterd naar elkaar en waarbij je een duidelijke connectie tussen de personen kan voelen, zal over het algemeen een gesprek zijn, waarbij beide personen dezelfde voorkeur van denken hebben.
Als je dichterbij gaat staan en mee zou kunnen luisteren, dan zal je opvallen dat beide personen dezelfde soorten woorden gebruiken. Het zijn woorden die passen bij hun voorkeur. Om een idee te geven heb ik onderaan dit artikel voorbeelden staan van woorden die bij de respectievelijke voorkeuren passen.
Personen met verschillende manier van denken
Een zichtbaar stroef verlopend gesprek, waarin kennelijk niet goed naar elkaar wordt geluisterd en er afstand is tussen de gesprekspartners, kan er op duiden, dat er sprake is van een verschillende voorkeur van denken. Zij spreken in woorden (en zinnen) die de ander minder zullen aanspreken. Ze gebruiken een spreektempo die niet past bij de voorkeur van denken van de ander. Zij focussen zich op aspecten van de communicatie die de ander nou net niet gebruikt.
De boodschap
In het eerste gesprek komt de boodschap luid en duidelijk over. Deze personen begrijpen elkaar. Ze spreken elkaars taal. Ze spreken in hetzelfde tempo. Ze zullen het prettig vinden om met elkaar te praten.
Het tweede gesprek komt nooit op gang. De personen hebben moeite om elkaar te begrijpen. Het is alsof ieder in een andere taal spreekt (en eigenlijk is dat ook een beetje zo). Het spreken sluit niet bij elkaar aan. Het maken van gebaren sluit niet bij elkaar aan. Het spreektempo sluit niet bij elkaar aan. Deze personen zullen hun gesprek snel beëindigen.
Wat heb je hier aan?
Als je van jezelf weet wat jouw voorkeursystemen zijn, dan heb je een voorsprong. Je kan dan bijvoorbeeld een gesprekspartners uitzoeken, die gebruik maakt van hetzelfde voorkeursysteem. Qua gespreksdynamiek zit je dan altijd goed.
Heb je iemand met een andere voorkeur tegenover je, pas je dan aan! Maak gebruik van woorden die hem aanspreken. Pas je spreektempo aan. Probeer je in het gesprek te focussen op de voorkeur van de ander. Als de ander visueel is, denk dan zoveel mogelijk in beelden. Als de ander auditief is, focus dan op geluiden en intonatie. Het is voor iedereen mogelijk om op alle manieren te luisteren. We zijn het alleen niet gewend. Door je aan te passen aan de ander, train je jezelf om alle manieren te kunnen gebruiken.
Als je voor een groep moet spreken, dan is het raadzaam om op alle manieren te spreken. Dat wil zeggen dat je woorden en zinnen gebruikt die passen bij de verschillende manieren van denken. Dit kan je doen door de volgende (versimpelde) opbouw te gebruiken.
Vertel wat je gaat vertellen. Doe dit visueel: 'schets het plaatje'. Vertel vervolgens je verhaal (auditief). Geef vervolgens aan wat je met dit verhaal kan (kinesthetisch). Concentreer je dan als laatste op wat er nog meer mee kan (digitaal).
De volgorde waarin je dit doet is van belang. Visuele denkers zijn de snelste (en meest ongeduldige) denkers. De kinesthetische denkers denken het langzaamst.
Door een verhaal in deze volgorde te vertellen heb je de beste kans, dat het zo veel mogelijk mensen aanspreekt.
Woorden die passen bij de verschillende manieren van denken
- Visuele woorden
aankijken, beeld, blik, contrast, duister, flitsen, gezichtspunt, gloed, helder, inbeelden, inzicht, kijken, kleuren, kleurrijk, nadruk, oogmerk, ophelderen, overzicht, schetsen, schijnen, staren, stralend, turen, verschijnen, vertonen, visie, visualiseren, voorgrond, vooruitzicht, voorzien, wazig, weerspiegelen, zichtbaar, zien
- Auditieve woorden
articuleren, bellen, bespreken, brommen, doof, echo, fluisteren, fluiten, gehoor, gejank, geratel, gillen, harmonie, horen, instemmen, klank, klinken, kloppen, kreunen, krijsen, lawaai, luid, luidruchtig, luisteren, mededelen, mompelen, monotoon, oorverdovend, opmerking, overleggen, praten, ritme, ruis, rumoerig, schateren, schreeuwen, spreken, stem, stilte, uiten, uitroepen, uitspreken, vermelden, vraag, weerklinken, zeggen
- Kinesthetische woorden
aanraken, absorberen, beweging, breken, draaien, druk, emotioneel, energie, flexibel, gevoelig, gevoelloos, gloed, grijpen, kleverig, kwetsbaar, ontspannen, pijnlijk, rilling, rollen, ruw, schok, schrapen, slaan, slingeren, spanning, stevig, stijf, stortvloed, stromen, tastbaar, temperatuur, trillen, vangen, vasthouden, vastklampen, verdoofd, verpletterend, verstijfd, verwarmd, voelen, warm, zacht, zweten
- Digitale woorden
abstract, begrijpen, conclusie, denken, eigenlijk, feitelijk, formeel, gevolg, gevolgtrekking, lijst, logisch, oorzaak, opsomming, overdenken, procedure, reden, samenvattend, stap voor stap
Interessant?
Ga voor jezelf eens na, hoe je in de dagelijkse praktijk 'communiceert'.
Vind je nog veel meer rondom communicatie interessant, dan is onze NLP Opleiding wellicht iets voor jou.
(Foto credits FreeImages)